Verjongen

Verjongen

We hebben dit seizoen weer een hoop mooie reviews ontvangen via allerlei kanalen. Er zat er goddank geen eentje tussen die ons overstuur heeft gemaakt. Dat is een keer gebeurd, dat we zo’n nare tekst naar ons hoofd geslingerd kregen dat we niet begrepen waar we dat aan te danken hadden. Van een Frans gezin met grootouders die volledig hun eigen plan trokken alsof ze de enige gasten waren. De vrouw heeft mij in een review achteraf aangevallen, dat ik totaal niet geschikt zou zijn voor dit werk. Dat was gemeen en blijft ons tot op de dag van vandaag achtervolgen want door haar slechte beoordelingscijfer wordt ons hele gemiddelde omlaag getrokken. 

We moeten hier natuurlijk niet teveel bij stilstaan want ze was de enige negatieveling in honderden mooie woorden. Maar zo zit een mens nu eenmaal in elkaar, van kritiek lig je wakker, complimenten vergeet je sneller. Tussen alle mooie woorden komt opvallend vaak het woord “Rust” voor. Hogelijk gewaardeerd. Dat sterkt ons weer in onze beslissing om vanaf dit seizoen geen kleine kinderen meer te verwelkomen, want dan is die rust ver te zoeken. “Een klein paradijs”, “een haven van rust en stilte”, en ‘middenin de natuur” Hoe fijn klinkt dat. De Fransen hebben er een mooi woord voor: “se ressourcer”. Dat vertaalt Google in “verjongen”, maar dat zou een ware goudmijn zijn, zeg! Een weekje Pech Blanc en hop, weg zijn je rimpels en je kwalen, bruisend van energie en tien kilo lichter weer op naar huis. Maar een beetje van dat alles is het toch wel: de ideale plek om op te laden. “Deconnecter” is er ook eentje. Het is blijkbaar een groot goed om even van alles los te zijn, al vragen vooral Nederlanders direct om de wifi code zodra ze aankomen. Na een paar dagen merk je wel dat ze meer om zich heen gaan kijken en de boel de boel laten. 

Wij doen dat nu al ruim twee jaar. We volgen het Nederlandse nieuws, maar niet intensief. We volgen sporadisch het Franse nieuws. We kijken televisie maar alleen gestreamd. We ontvangen geen Nederlandse en het minimale aan Franse zenders. We luisteren muziek zonder reclames.  En zo horen wij wel van de klimaatcrisis, de stikstofcrisis en de energiecrisis, de waanzin van Poetin en de inflatie. Maar ik hoef daar niet ook nog praatprogramma’s omheen te zien, of podcasts over te luisteren. Van nieuws word je over het algemeen niet vrolijk, namelijk. Ik denk dat Max Verstappen voor het enige blije onderwerp zorgt in het Nederlandse nieuws de laatste tijd. Een kleine uitzondering op dit alles was trouwens het overlijden van Koningin Elizabeth, daar heb ik zelfs de BBC News app voor gedownload want dat heb ik bijna non-stop gevolgd. Dat was natuurlijk droevig, mooi en bizar tegelijk. Ik dacht dat ze niet zo populair meer was sinds de dood van Diana, maar dat heeft ze in de 25 jaar nadien toch weer aardig recht weten te breien, blijkt. En zelfs die gluiperige Prince Andrew en die nietszeggende Prince Edward doen niet af aan de grootsheid van de Britse monarchie. We hadden die week drie Engelsen te logeren, jonge mensen, maar helemaal into The Crown. Wat daar aan tradities en mankracht en paarden en kostuums en koetsen en goud en juwelen uit de kast werd getrokken was eigenlijk bespottelijk. Maar wel mooi om naar te kijken. Met die Engelsen is inmiddels een soort vriendschap ontstaan, want ze kwamen al voor de derde keer. We zijn ietwat beledigd dat we niet uitgenodigd zijn op hun bruiloft volgende maand want dat moet toch ook een belevenis zijn: Four Weddings and a Funeral, live, én zonder funeral. 

Het moge duidelijk zijn: Waar wij heel erg van opkikkeren zijn de ontmoetingen met al die mensen die hier verblijven. Vooral aan tafel is het vaak zo gezellig dat het al snel lijkt of je elkaar al tijden kent. En wat we dit seizoen meer hadden dan voorheen: er ontstonden vriendschappen onderling. Onze Nederlandse vrienden die elkaar eindelijk leerden kennen, ouders van kinderen die veel gemeen bleken te hebben. Zelfs een Fransman die met een Nederlander samen op de Lot gingen vissen en die later bij elkaar aanschoven in een restaurant. Er werden gegevens uitgewisseld en het zou me niets verbazen als er contacten aan over zijn gehouden. Kwam dat omdat we samen de pandemie hadden overleefd? Of omdat we nu hun nummer één bestemming waren en niet het reserveplan? Corona was in elk geval een onderwerp waar iedereen over mee kon praten. 

Sommige mensen maken een onuitwisbare indruk, die vergeet je niet meer, en dan maakt het niet uit hoe lang ze hier zijn. We hadden een stel Australische wandelaars. Ze liepen de Camino de Santiago, maar tussendoor deden ze ook af en toe een marathon. Een HELE marathon. De Medoc marathon hadden ze net gedaan: lachen joh, wijn drinken en hardlopen. En de dag voor aankomst waren ze een beetje verkeerd gelopen en hadden ze 46 kilometer in de benen. Een normaal mens kán dat helemaal niet, dus dit moeten supermensen geweest zijn. En gewoon van onze leeftijd hè, met banen en kinderen en alles. Deze Australiërs waren hier maar een nachtje en niet alleen hun scores baarden opzien, gewoon hoe ze waren, zo geïnteresseerd en grappig en ontzettend aan het genieten van hun tijd in Frankrijk. 

Dus dat is ons recept voor een fijn leven. Zoek de rust op, kijk wat minder naar het nieuws, leg die telefoon weg, ontmoet nieuwe mensen en geniet van lekker eten en drinken en de natuur.  We krijgen wel ouwe koppen maar van binnen zijn we helemaal verjongd! 

Zomervakantie

Zomervakantie

Ik herinner me zo goed hoe de een-na-laatste dag van de zomervakantie vroeger voelde. Als een grote melancholische brok verdriet en weerzin: het was alweer bijna voorbij, ik moest weer naar school, we moesten weer een jaar wachten tot de volgende fantastische drie weken in Spanje. 

Wij karden altijd met een auto vol, zo snel mogelijk door het prachtige Frankrijk naar een appartement of een huis aan de kust in Spanje. Spanje dat toen nog veel leger en ongerepter was dan nu. In een auto zonder airco, beklemmende veiligheidsgordels, of getint glas. We zaten vol in de zon, reden dwars door alle grote steden bij gebrek aan rondwegen en stonden te fikken in de files voor elke péage en peaje. Eén keer duurde de reis zelfs drie dagen lang toen mijn ouders een huis hadden gehuurd in de buurt van Almería. Verder kon je niet komen op het Europese vasteland. Maar onze moeder had altijd een tas vol lekkers voorin tussen haar voeten staan, we klemden handdoeken tussen de ramen als zonwering en we hadden het beste cassettebandje aller tijden op staan: met Love Hangover en Ain’t no Mountain High Enough van Diana Ross. 

En dan het vooruitzicht: drie weken lol en gezelligheid op het strand, watermeloenen, Danone yoghurtjes in keramieken potjes, barbecues aan een riviertje in het binnenland, zwerfhonden en katjes overal en tochtjes met een speedbootje naar afgelegen stranden. Waar mijn moeder dan ook weer een tas vol eten tevoorschijn toverde. Hemels waren ze, die weken. We gingen nooit op wintersport en tussendoor hooguit een lang weekend naar Sporthuis Centrum (Center Parcs), maar daarmee was het wel klaar met de vakantievierderij. Hoe heerlijk is het nu dus dat die hemelse weken niet slechts drie weken duren maar maanden en maanden doorgaan. Die sfeer van zon en lange lome dagen, die begon al heel vroeg dit jaar. De eerste leuke gasten kregen we al in april. Sindsdien hadden we een schier onafgebroken stroom bezoekende familieleden, kennissen en leuke Franse of Spaanse gasten. Vrienden die we in Nederland alleen in de avond zagen, maakten we nu mee aan de ontbijttafel en door de dagen heen. We leerden de vrienden van onze kinderen kennen en de vrienden van vrienden. We hebben lokale biertjes geïntroduceerd bij gasten en nieuwe wijnen geproefd. Onder een verzengende zon dronken wij liters rosé bij borrelplanken, BBQ’s en drie-gangen diners. We haalden oude herinneringen op met vrienden die we jaren niet gezien hadden. We reserveerden restaurants, kanotochten, wijnproeverijen, huurfietsen en bezoeken aan kastelen en grotten. 

 We lagen midden in de nacht bij het zwembad vallende sterren te zoeken, omdat dat de enige plek was waar het niet zo heet was. We zagen vriendschappen ontstaan, telefoonnummers uitgewisseld worden onder hen die met ons aan tafel zaten, tussen de ouders van kinderen, en zelfs tussen Nederlandse en Franse stellen. We gingen rond met stukken watermeloen bij het zwembad omdat de hitte bijna niet te harden was. We hebben een reetje uit het water gered, die we er in hoorden vallen. Een ander reetje was minder fortuinlijk en die vonden we pas in de ochtend. We hebben een nachtcamera opgehangen en elke ochtend de “oogst” bekeken. Die was verrassend groot, want door de droogte kwamen alle dieren uit de omtrek uit ons vijvertje drinken. Behalve reetjes kwamen er ook dassen en vossen in beeld. 

We zagen het sappige gras veranderen in een gortdroog krokant tapijtje. Bomen vielen uit en vijgen verschrompelden. Groene bomen verkleurden naar rood en geel. Zwaluwen hapten in het zwembad naar water. We hebben in de stralende zon een markt bezocht en afgesloten met een lunch onder een parasol in de stromende regen. Dat moet vroeg in het voorjaar zijn geweest want daarna is er geen druppel meer gevallen. We hebben met het dak open gereden en onze benen verbrand aan de leren stoelen als we na tien minuten terugkwamen uit de supermarkt. We hebben een pelgrim opgehaald die ’s morgens netjes zijn route naar Santiago de Compostela was begonnen maar die na de lunch weer naar het noorden was gelopen en uitkwam op de plek waar hij die ochtend gestart was… teveel wijn of geen ervaring met digitale kaarten? Waarschijnlijk beide. Een andere pelgrim was zijn wandelstokken vergeten die hier nu in de schuur staan. We vonden achtergelaten opladers, knuffels, t-shirts en zwembroeken. 

Er checkten drie mensen uit die corona bleken te hebben. Een Nederlander moest bij thuiskomst een open hartoperatie ondergaan terwijl hij hier nog een pittige wandeling had gemaakt. Eentje voelde zich niet helemaal okee bij vertrek en bleek in Nederland ook direct afgevoerd te zijn voor een blindedarmoperatie. Ik zweer dat wij er allemaal niets mee te maken hadden. 

We stonden in de rij op de markt bij de kaasboer, de olijvenkar en de worstverkoper. Daar waar de rij staat verkoopt men de beste producten, namelijk. We namen kratten borden en bestek mee om met een grote groep een tafel te confisqueren op dorpsfeesten. We gingen uit eten op onze vrije avonden maar we waren zelden met z’n tweeën. We reden naar rookpluimen in de verte om te checken of het echt een bosbrand was. De app die we daarna installeerden kwam met zo veel zorgelijke pushberichten dat we hem maar weer verwijderd hebben. We vonden het al stressvol genoeg dat we bijna dagelijks een blusvliegtuig zagen overvliegen. 

We zouden bijna vergeten dat we tussendoor ook gewerkt hebben. We zijn inmiddels echter zo geroutineerd dat we altijd voor de lunch al klaar zijn, of we nou twee of vijf kamers gereed moeten maken. Een diner maken voor tien mensen bezorgt ons geen verhoogde hartslag meer. Zelfs een 21-diner in elkaar draaien voor een tafel vol verwende Hotelschool-gastjes vinden we alleen maar geinig. 

En zo hebben we van vakantievieren ons werk gemaakt en we hoeven nooit meer naar huis. We zwaaien iedereen uit tot ze uit het zicht verdwenen zijn en we hebben altijd een beetje medelijden: zij moeten alweer terug. Wij blijven lekker! 

Een lang zomerseizoen maakt dat je gaat verlangen naar de winter. Op dat punt zijn we inmiddels aangekomen. Nu de zoveelste hittegolf geweken is maar de temperatuur nog steeds rond de dertig graden schommelt kijken we uit naar frisse kou, wandelingen, open haard, rode wijn en rust. Het leven kan geen eindeloze rollercoaster zijn, zoals ik soms bespeur bij onze kinderen: die gaan van vakantie naar werk, naar studie, van festival A en weekend zus-en-zo naar festival B. Je moet af en toe rustig aan doen, al is het alleen maar om de tijd te hebben om terug te denken aan al die fantastische momenten in die lange mooie zomer. En dat melancholieke, dat is er nog wel een beetje zo aan het einde van het seizoen. Maar het was genoeg. En de volgende zomer begint al over een half jaar!

Stilte en peuters

Stilte en peuters

Bij ons allereerste bezoek aan Pech Blanc waren er een aantal zaken die meteen opvielen. Zodra we de motor van de auto uit zetten werd je bijna overvallen door stilte. Er gebeurt hier op de heuvel niet zoveel en de enige doorgaande weg is achthonderd meter verderop. Die weg verbindt Limogne-en-Quercy met Calvignac, twee niet heel belangrijke dorpjes, dus ook die weg is rustig. Het enige geluid komt dus van de wind, de vogels en soms een boer of buur die gras maait. Zoiets bestaat in Nederland, en vooral in de Randstad, eigenlijk niet meer. Het tweede wat opviel was de diepe donkerte in de maanloze nachten. Zo zwart dat ik in de slaapkamer mijn vent niet eens meer naast me zie liggen. Zoveel sterren zijn er zichtbaar dat ze op je hoofd lijken te vallen. 

 Toen wij onze doelgroep gingen schetsen hadden we dus vooral mensen voor ogen die een grote waardering hebben voor rust, natuur, actieve vakanties in die natuur, wijn en gezelligheid aan tafel. Serieuze levensgenieters. Daar vonden we een overdekte lounge bij horen waar je met veel mensen wat kunt drinken en tot ver in de zomer buiten kunt eten. En een zwembad voor de verkoeling, maar dan wel eentje waar je echt baantjes in kunt trekken. Het werd een ‘couloir de nage’ van vijftien meter lang en drie meter breed. En de hangar is ook een eyecatcher geworden met die grote banken en een lange tafel. 

Moeten we niet nog wat vertier regelen; een ping-pong tafel, een jeu-de-boulebaantje, een trampoline? Nee, was de beslissing, we laten het lekker zo. We houden het rustig, jeu de boulen kan altijd nog op de binnenplaats of de parkeerplaats, een trampoline levert alleen maar gegil en botbreuken op. Een ping-pong tafel is nog wel leuk, maar dan zo’n betonnen, die niet vergaat of krom trekt en die nooit meer van zijn plaats hoeft. Dat is een aanschaf waar we tot op heden nog niet aan toe zijn gekomen. 

Het eerste seizoen hebben we nog de bedbanken gebruikt die op enkele kamers stonden. Een gezin van vier paste zo in één kamer. We hadden nog bijzet bedden aangeschaft toen we zelf een fout in de reserveringen hadden gemaakt. Met twee babybedjes, extra stoelen en tafels was het een hoop gesjouw en waren we aan het eind van het seizoen helemaal gesloopt. Waar we namelijk niet over nagedacht hadden was dat meer dan tien personen hier niet in de eetkamer passen en ook niet aan de buitentafel zonder allerlei geschuif met extra meubels. Waarom deden we dit eigenlijk? Het werd er niet per sé gezelliger op met meer mensen en in de kamers werd het een bende met zo veel mensen. Dus weg met die bedbanken, we hebben voortaan alleen twee persoons kamers en als er een gezin komt zullen ze twee kamers moeten boeken. Sommigen deden dat, anderen vonden dat misschien te duur worden, maar voor ons was het een stuk overzichtelijker. 

Nu hadden we deze zomer een ander akkefietje. Er kwamen veel jonge gezinnen. Wij begrijpen eigenlijk niet waarom: we hebben hier behalve een paar bordspellen en een zwembad helemaal geen spullen om kinderen mee te vermaken. Geen glijbaan, geen schommel, en belangrijker nog, meestal geen andere kinderen waarmee ze kunnen spelen. De ouders kiezen deze locatie dan dus omdat ze het zelf mooi vinden, maar moeten wel het hele verblijf zelf hun kinderen entertainen. Op een gegeven moment waren er vijf kinderen die nog geen vijf jaar oud waren. In zelf meegenomen opklapbare bedjes. Dus de babystoel moest rouleren en wij kregen meerdere malen een halve hartverzakking als we weer zo’n kleintje zonder ouderlijk toezicht naar het zwembad zagen drentelen. Of naar de vijver met vissen. Of op een muurtje waarvan de stenen los op elkaar gestapeld zijn. Daarbij hadden we een giga hittegolf dus niemand sliep goed en er klonk de hele dag gejengel en gehuil. Aan tafel was het stil: weinigen aten mee, of ze aten wel mee maar een gesprek was onmogelijk. 

 We vonden het jammer. We hebben er zelf drie dus we weten hoe zwaar het is als ze nog zo klein zijn. We bekijken het van een afstand en hebben een beetje medelijden met de ouders. Wat hou je toch weinig tijd voor jezelf over in die periode. Het waren leuke kinderen. Zeker als ze Frans zijn is het geinig als ze hele gesprekken met je willen voeren en je verstoord aankijken als je het niet begrijpt. Ze breken het ijs. Ze zijn vaak hilarisch en schattig. Maar ze verstoren wel die weldadige stilte die we hier juist zo graag willen aanprijzen. Dit was niet de sfeer die we voor ogen hadden. 

 Dus kinderen zijn voortaan welkom, maar dan vanaf de leeftijd van tien jaar. Wanneer je dingen aan ze uit kunt leggen. Wanneer ze goed kunnen zwemmen en gevaren kunnen inschatten. Kinderen die je enthousiast kunt maken voor een bezoek aan een grot, een potje Mastermind of een avond sterren kijken. Maar stilte en peuters, dat gaat gewoon niet samen. 

 

Holland promotion

Holland promotion

Français
La première année à Pech Blanc, 2019, toute notre attention s’est portée sur la construction de la piscine et l’aménagement de la grande grange en salon et salle à manger. Nous avons également construit le parking. L’année suivante, un entretien a été nécessaire sur tous les volets extérieurs, les portes et les cadres. Ensuite, nous avons porté un regard critique sur la disposition des pièces. Nous avons remplacé des meubles, remis à neuf et acheté de grands tapis. Il devait aussi y avoir quelque chose sur les murs. Nous avons remarqué que beaucoup de Néerlandais connaissent bien la France, mais que peu de Français ont visité les Pays-Bas. Nous avons donc opté pour la promotion éhontée de la Hollande. Dans chaque chambre un tableau d’un vrai maître hollandais. Les voici:
Nederlands
Het eerste jaar ging al onze aandacht uit naar de aanleg van het zwembad en de inrichting van de grote overkapping als lounge en diner plek. We hebben toen ook de parkeerplaats aangelegd. Het jaar daarop was er onderhoud nodig aan alle buitenluiken, deuren en kozijnen. Daarna zijn we eens kritisch gaan kijken naar de inrichting van de kamers. We hebben meubels vervangen, opgeknapt en grote kleden gekocht. Er moest ook iets aan de muren. Het was ons opgevallen dat veel Nederlanders Frankrijk goed kennen, maar dat er niet zoveel Fransen zijn die Nederland bezocht hebben. Dus we hebben gekozen voor schaamteloze Holland promotie. In elke kamer een schilderij van een echte Hollandse Meester. Dit zijn ze:
English
In the first year in Pech Blanc, 2019, all our attention was focused on the construction of the swimming pool and the layout of the large barn as a lounge and dining area. We also built the parking lot. The following year maintenance was required on all exterior shutters, doors and frames. Then we took a critical look at the layout of the rooms. We have replaced furniture, refurbished and bought large rugs. There had to be something on the walls, too. We noticed that many Dutch people know France well, but that not many French people have visited the Netherlands. So we opted for shameless Holland promotion. In every room a painting by a real Dutch Master. Here they are:
Español
En el primer año en Pech Blanc, 2019, toda nuestra atención se centró en la construcción de la piscina y el diseño del gran granero como sala de estar y comedor. También construimos el estacionamiento. Al año siguiente se requirió mantenimiento en todas las persianas, puertas y marcos exteriores. Luego echamos un vistazo crítico a la distribución de las habitaciones. Hemos cambiado muebles, reformado y comprado grandes alfombras. También tenía que haber algo en las paredes. Nos dimos cuenta de que muchos holandeses conocen bien Francia, pero que no muchos franceses han visitado los Países Bajos. Así que optamos por la desvergonzada promoción de Holanda. En cada habitación, una pintura de un verdadero maestro holandés. Aquí están:
Français
Le Taureau
Peinture de Paulus Potter, 1647

dans les chambres Truffe et Melon

Le Taureau est une peinture du peintre hollandais Paulus Potter. Le tableau mesure 2,35 × 3,39 mètres. Il a été peint en 1647, alors que Potter avait environ 21 ans. Le tableau se trouve au Mauritshuis à La Haye. Ce qui rend The Bull si spécial, c’est le fait que Potter a représenté quelque chose d’aussi ordinaire qu’un taureau dans un si grand format – c’était sans précédent. Et que – malgré sa taille – il accordait beaucoup d’attention aux moindres détails, comme l’alouette dans le ciel, la lumière du soleil sur le pré, les mouches autour du dos du taureau et les moustaches de la vache. Ce tableau est devenu la figure de proue de la peinture naturaliste hollandaise.

Nederlands
De Stier

Schilderij van Paulus Potter, 1647

in kamer Truffe en Melon

De stier is een schilderij van de Nederlandse kunstschilder Paulus Potter. Het schilderij meet 2,35 × 3,39 meter. Het is geschilderd in 1647, toen Potter ongeveer 21 jaar was. Het schilderij bevindt zich in het Mauritshuis in Den Haag. Wat De stier zo bijzonder maakt, is het feit dat Potter op dit grote formaat zoiets gewoons als een stier weergaf – dat was ongekend. En dat hij – ondanks dat formaat – veel aandacht besteedde aan de kleinste details, zoals de leeuwerik in de lucht, het zonlicht op de wei, de vliegen rond de stierenrug en de snorharen van de koe. Daarmee werd dit schilderij het boegbeeld van de Hollandse naturalistische schilderkunst.

English
The Bull

Painting by Paulus Potter, 1647

in the rooms Truffe and Melon

The bull is a painting by the Dutch painter Paulus Potter. The painting measures 2.35 × 3.39 meters. It was painted in 1647, when Potter was about 21 years old. The painting is in the Mauritshuis in The Hague. What makes The Bull so special is the fact that Potter depicted something as ordinary as a bull in such a large format – that was unprecedented. And that – despite its size – he paid a lot of attention to the smallest details, such as the lark in the sky, the sunlight on the meadow, the flies around the bull’s back and the whiskers of the cow. This painting became the figurehead of Dutch naturalistic painting.

Español
El Toro
Pintura de Paulus Potter, 1647

en las habitaciones Truffe y Melon

El toro es una pintura del pintor holandés Paulus Potter. El cuadro mide 2,35 × 3,39 metros. Fue pintado en 1647, cuando Potter tenía unos 21 años. El cuadro se encuentra en el Mauritshuis de La Haya. Lo que hace que El toro sea tan especial es el hecho de que Potter representara algo tan común como un toro en un formato tan grande, algo sin precedentes. Y que -a pesar de su tamaño- prestó mucha atención a los detalles más pequeños, como la alondra en el cielo, la luz del sol en el prado, las moscas en el lomo del toro y los bigotes de la vaca. Esta pintura se convirtió en la figura decorativa de la pintura naturalista holandesa.

Français

Le Chardonneret

Peinture de Carel Fabritius, 1654

dans la chambre Chêne

Le chardonneret est un tableau du peintre néerlandais Carel Fabritius de 1654. Il fait partie de la collection du Mauritshuis à La Haye depuis 1896. Un chardonneret est assis, une chaîne à la patte, sur sa mangeoire. Les chardonnerets étaient populaires comme animaux de compagnie parce que vous pouviez leur apprendre à puiser de l’eau dans un bol à l’aide d’un seau miniature. C’est l’une des rares œuvres de Fabritius connues. Il a peint le chardonneret avec des coups de pinceau bien visibles. Il marqua l’aile avec une épaisse peinture jaune, qu’il gratta avec le dos de son pinceau.
Carel Fabritius est généralement considéré comme l’élève le plus talentueux de Rembrandt, pour lequel Vincent van Gogh, entre autres, a exprimé son admiration. Fabritius a peint des peintures d’histoire, des portraits, des natures mortes et des paysages urbains. Son intérêt pour la lumière, la perspective et le trompe-l’œil fait de lui l’un des fondateurs de l’école dite de Delft, dont Johannes Vermeer est le représentant le plus connu.
Sa carrière de peintre prend fin brusquement en 1654, lorsqu’il meurt lors de l’explosion de la fabrique de poudre à canon de Delft. Il est probable qu’une partie de son œuvre ait été perdue dans ce désastre. A notre connaissance, une quinzaine de tableaux et une dizaine de dessins ont été conservés.

Nederlands

Het Puttertje

Schilderij van Carel Fabritius, 1654

in kamer Chêne

Het puttertje is een schilderij van de Nederlandse schilder Carel Fabritius uit 1654. Het behoort sinds 1896 tot de collectie van het Mauritshuis in Den Haag. Een distelvink zit, met een ketting aan zijn pootje, op zijn voederbakje. Distelvinken waren populair als huisdier, omdat je ze kon leren zelf met een miniatuuremmertje water uit een bakje putten. Vandaar dat ze puttertjes worden genoemd.

Dit is een van de weinige werken van Fabritius, die bekend zijn. Hij schilderde het puttertje met duidelijk zichtbare penseelstreken. De vleugel gaf hij aan met dikke gele verf, waar hij met de achterkant van zijn penseel een kras in zette. Carel Fabritius wordt algemeen beschouwd als Rembrandts meest getalenteerde leerling, voor wie onder anderen Vincent van Gogh zijn bewondering uitsprak. Fabritius schilderde historiestukken, portretten, stillevens en stadsgezichten. Door zijn belangstelling voor lichtval, perspectief en trompe-l’oeil was hij een van de grondleggers van de zogenoemde Delftse school waarvan Johannes Vermeer de bekendste vertegenwoordiger is.

Aan zijn schildercarrière kwam in 1654 abrupt een einde, toen hij omkwam tijdens de ontploffing van het Delftse kruitmagazijn. Waarschijnlijk is een deel van zijn werk door deze ramp verloren gegaan. Voor zover bekend zijn er zo’n vijftien schilderijen en een twaalftal tekeningen bewaard gebleven.

English

The Goldfinch

Painting by Carel Fabritius, 1654

in room Chêne

The goldfinch is a painting by the Dutch painter Carel Fabritius from 1654. It has been part of the collection of the Mauritshuis in The Hague since 1896. A goldfinch sits, with a chain on its leg, on its feeder. Goldfinches were popular as pets because you could teach them to draw water from a bowl using a miniature bucket. This is one of the few works by Fabritius that are known. He painted the goldfinch with clearly visible brushstrokes. He marked the wing with thick yellow paint, which he scratched with the back of his brush.

Carel Fabritius is generally regarded as Rembrandt’s most talented pupil, for whom Vincent van Gogh, among others, expressed his admiration. Fabritius painted history paintings, portraits, still lifes and cityscapes. His interest in light, perspective and trompe-l’oeil made him one of the founders of the so-called Delft school, of which Johannes Vermeer is the best-known representative.

His painting career came to an abrupt end in 1654, when he died during the explosion of the gunpowder factory in Delft. It is probable that part of his work was lost in this disaster. As far as is known, about fifteen paintings and a dozen drawings have been preserved.

Español

El Jilguero
Pintura de Carel Fabritius, 1654

en la habitación Chêne

El jilguero es una pintura del pintor holandés Carel Fabritius de 1654. Forma parte de la colección del Mauritshuis de La Haya desde 1896. Un jilguero se sienta, con una cadena en la pata, sobre su comedero. Los jilgueros eran populares como mascotas porque podías enseñarles a sacar agua de un recipiente con un balde en miniatura. Esta es una de las pocas obras de Fabritius que se conocen. Pintó el jilguero con pinceladas claramente visibles. Marcó el ala con pintura amarilla espesa, que rascó con el dorso de su pincel.
Carel Fabritius es generalmente considerado como el alumno más talentoso de Rembrandt, por quien Vincent van Gogh, entre otros, expresó su admiración. Fabritius pintó cuadros de historia, retratos, naturalezas muertas y paisajes urbanos. Su interés por la luz, la perspectiva y el trampantojo le convirtieron en uno de los fundadores de la llamada escuela de Delft, de la que Johannes Vermeer es el representante más conocido.
Su carrera como pintor tuvo un final abrupto en 1654, cuando murió durante la explosión de la fábrica de pólvora en Delft. Es probable que parte de su obra se perdiera en este desastre. Hasta donde se sabe, se conservan unas quince pinturas y una docena de dibujos.

Français

Nature Morte aux Fleurs 

Peinture de Hans Bollongier, 1639

dans la chambre Noix

Nature morte aux fleurs est un tableau de Hans Bollongier conservé au Rijksmuseum d’Amsterdam. Il a vécu et travaillé à Haarlem. Il était l’un des rares peintres de natures mortes de fleurs dans cette ville. Cependant, certaines pièces de genre sont également connues de lui. Il avait un style très personnel, qui se caractérise par un fort contraste entre le clair et l’obscur

Nederlands

Stilleven met bloemen

Schilderij van Hans Bollongier, 1639

in kamer Noix

Stilleven met bloemen is een schilderij van Hans Bollongier in het Rijksmuseum in Amsterdam. Hij woonde en werkte in Haarlem. Hij was een van de weinige schilders van bloemstillevens in die stad. Van hem zijn echter ook enkele genrestukken bekend. Hij had een zeer persoonlijke stijl, die onder meer gekenmerkt wordt door een sterke licht-donker tegenstelling 

English

Still Life with Flowers

Painting by Hans Bollongier, 1639

in room Noix

Still Life with Flowers is a painting by Hans Bollongier in the Rijksmuseum in Amsterdam. He lived and worked in Haarlem. He was one of the few painters of flower still lifes in that city. However, some genre pieces are also known by him. He had a very personal style, which is characterized by a strong contrast between light and dark

Español

Bodegón con flores

Pintura de Hans Bollongier, 1639

en la habitación Noix

Bodegón con flores es una pintura de Hans Bollongier conservada en el Rijksmuseum de Ámsterdam. Vivió y trabajó en Haarlem. Fue uno de los pocos pintores de bodegones de flores en esta ciudad. Sin embargo, también le son conocidas algunas obras de teatro de género. Tenía un estilo muy personal, que se caracteriza por un fuerte contraste entre la luz y la oscuridad.

Français

Un Moulin sur un Canal de Polder, dit “Au mois de juillet”

Peinture de Constant Gabriel, 1889

dans la chambre Safran

Il a été peint vers 1889, huile sur toile, mesure 102 x 66 centimètres. Exposée au Rijksmuseum d’Amsterdam.

“Notre pays est gras et coloré. Je le répète, notre pays n’est pas gris, même par temps gris, les dunes ne sont pas grises non plus”, écrit Constant Gabriel dans une lettre. Contrairement à de nombreux peintres de l’école de La Haye, il aimait peindre une belle journée d’été. Dans ce tableau il y a sont même deux : l’herbe, le ciel et le moulin se reflètent dans l’eau.

Nederlands

Een Molen aan een Poldervaart, bekend als ‘In de maand juli’

Schilderij van Constant Gabriël, 1889

in de kamer Safran

Het is geschilderd in circa 1889, olieverf op linnen, 102 x 66 centimeter groot. Te zien in het Rijksmuseum in Amsterdam.

‘Ons land is gekleurd-sappig-vet. Ik herhaal het, ons land is niet grijs, zelfs niet bij grijs weer, de duinen zijn ook niet grijs’, schreef Constant Gabriël in een brief. In tegenstelling tot veel schilders van de Haagse School schilderde hij graag een mooie zomerdag. Op dit schilderij staan er zelfs twee: het gras, de lucht en de molen worden weerspiegeld in het water.

 

English

A Mill on a Polder Canal, known as ‘In the month of July’

Painting of Constant Gabriel, 1889

in room Safran

It was painted in circa 1889, oil on canvas, measures 102 x 66 centimeters. On display at the Rijksmuseum in Amsterdam.

“Our country is colored-juicy-fat. I repeat, our country is not gray, even in gray weather, the dunes are not gray either,” wrote Constant Gabriel in a letter. Unlike many painters of the Hague School, he liked to paint a beautiful summer day. In this painting there are even two: the grass, the sky and the mill are reflected in the water.

Español

Un Molino en un Canal de Pólder, conocido como “En el mes de julio”

Pintura de Constant Gabriel, 1889

en la habitación Safran

Fue pintado hacia 1889, óleo sobre lienzo, mide 102 x 66 centímetros. Expuesto en el Rijksmuseum de Ámsterdam.

“Nuestro país es audaz y colorido. Repito, nuestro país no es gris, incluso en clima gris, las dunas tampoco son grises”, escribió Constant Gabriel en una carta. A diferencia de muchos pintores de la Escuela de La Haya, disfrutaba pintando un hermoso día de verano. En este cuadro hay incluso dos: la hierba, el cielo y el molino se reflejan en el agua.

Emigreren is niet eng

Emigreren is niet eng

Wij hebben ons altijd een beetje verbaasd over het feit dat veel mensen het dapper vonden dat we deze stap genomen hebben. Ik heb namelijk nooit begrepen waarom emigreren eng zou zijn. Zeker niet als je gewoon in hetzelfde continent blijft en in een dag weer naar je oude adres kunt rijden. Frankrijk is gewoon een wat groter Nederland met wat meer natuur, verder is het allemaal niet zo spannend. Vroeger, toen was emigreren spannend! 

Mijn tante trouwde met een Canadese bevrijdingssoldaat en verliet met haar verliefde kop haar vaderland terwijl ze geen idee had waar ze terecht kwam. Mijn eigen ouders verlieten met twee kleine kinderen Nederland om voor een aantal jaren op een Caribisch eiland te gaan wonen en werken. Nu was dat iets makkelijker omdat mijn vader daar een baan aangeboden kreeg, maar ze moesten er met de boot naartoe hè. Een reis van drie weken. Naar Bonaire, wat toen echt nog geen party eiland was, maar gewoon een vergeten gebiedje in een wonderschone omgeving. Mijn zussen moesten naar een schooltje waar ze Papiaments spraken. Ik was nog niet geboren dus die ervaring heeft mij niet geholpen. Maar alleen al het feit dat je alleen per post contact kon houden met je familie en vrienden, dat is toch behoorlijk afschrikwekkend. Op de terugreis, in 1967, vlogen de doperwten door de eetzaal, lag mijn moeder, zwanger van mij, voor pampus op bed, werd er een tussenstop gemaakt op Jamaica omdat er iemand ziek van boord moest worden getakeld en bij de Azoren moesten ze wederom wachten omdat er een vrouw ging bevallen (niet mijn moeder). Wat een belevenissen. Tegenwoordig kun je op een kwart slaappilletje volkomen bewusteloos de reis naar Bonaire door de lucht maken. 

Toen ik een jaar tijdens mijn studie in Spanje verbleef, in 1990, had ik nog geen mobiele telefoon. Nooit gemist ook natuurlijk want je wist niet beter. Maar het zou nu ondenkbaar zijn. Ik had met Ellis, mijn studiegenote, afgesproken dat ik op 1 september om 12.00 uur onder de klok zou staan op de Plaza Mayor. Zij zou namelijk al eerder vertrekken. Nou, en zo geschiedde. Ik schreef toen ook nog brieven, hele lange. Ik heb ze nog, gekopieerd van de vriendin waar ik ze naartoe stuurde, gebundeld en wel, want het was het mooiste aandenken dat ik kon bedenken van dat schandalig doelloze, maar fantastische jaar. Eén groot feest was het, zoiets als een examenreis maar dan negen maanden lang. Wij hadden dan weer geen examenreis gehad, maar gewoon een feestje. Er waren toen nog geen budgetreizen. 

Buiten het feit dat we hier nooit zouden kunnen wonen zonder internet omdat onze B&B nooit gevonden zou kunnen worden door potentiële gasten, is het allemaal zo eenvoudig geworden. Echt vertrekken doe je eigenlijk niet meer. We hebben op elk moment van de dag contact met iedereen ‘thuis’. En dat je zelfs al bellend iemand ook nog kan zien, iets wat we ons vroeger echt niet konden voorstellen, maakt het helemaal ongelooflijk dat er 1100 km tussen zit. 

De ‘brieven’ die we schrijven zijn in een nano seconde op de plek van geadresseerde. Hele epistels zijn niet meer nodig, korte berichtjes tussendoor zijn nog veel leuker. Met foto’s en filmpjes en al. Wat een luxe. Het krantenabonnement dat ik in Nederland had opgezegd, hebben we hier gewoon weer terug, maar dan digitaal. Nederlandse televisie is ook geen probleem, al hebben we de satellietschotel van de vorige bewoners weg gehaald. Die stond pal voor de gevel van het huis en was een doorn in het oog op elke foto. Bovendien, we waren eigenlijk wel blij om verlost te zijn van dat doelloze gezapp in de avond. Nu zoeken we iets uit op uitzending gemist of iets dergelijks en als het klaar is, is het klaar. 

De Nederlandse radiozenders hebben we hier ook regelmatig aanstaan. Sublime FM, Skyradio, je hoeft het allemaal niet meer uit de lucht te plukken. En nu we onbeperkt internet hebben via glasvezel hoeven we ook geen dataverbruik meer in de gaten te houden. Het leukst van die radiozenders is als we het weerbericht voorbij horen komen. Het is altijd teleurstellend, het wordt vaak niet vrolijker dan “af en toe zon’ en meestal is het ‘hier en daar een bui’. De filevermeldingen zijn ook een bron van leedvermaak. Hoewel wij zelf nooit dagelijks de file in hoefden is het wel tekenend voor de drukte, de stress en de sleur in Nederland.

Als je dat allemaal zo op een rijtje hebt, wat mis je dan eigenlijk als je het land verlaat? Live contact. Dat klopt, maar een borrel via FaceTime komt een heel eind in de richting hoor. En bijkomend voordeel is dat niemand meer naar huis hoeft te rijden. 

Nee, emigreren is allemaal niet zo spannend meer. Tenzij je naar de rimboe in de achterlanden van de Amazone vertrekt, of naar een afgelegen berg in Alaska, zoals Floortje ze soms voor de camera heeft, maar Frankrijk, kom op zeg, dat kan toch iedereen. 

Formulieren, dossiers, kasten en muren

Formulieren, dossiers, kasten en muren

Frankrijk is helemaal niet zo’n achterlijk land hoor. We waren een beetje bang dat we alles met de hand moesten doen, dat we opnieuw moesten leren schrijven en dat je voor elk wissewasje naar een stad moest om dingen persoonlijk te regelen, maar dat valt reuze mee.

Bij de notaris in ons dorp hebben we zelfs digitaal het koopcontract getekend. Het duurde even voor de boel geïnstalleerd was, maar dat scheelde toch een stuk of vijftig parafen en handtekeningen. 

 

Het overzetten van gas en elektra was ook zo gepiept, telefonisch. Gelukkig had ik assistentie van de oude eigenaar want ik heb al telefoon-angst, als dat ook nog in het Frans moet sla ik lichtelijk op tilt. Het kon trouwens ook allemaal via internet. Elk bedrijf heeft er zijn “Espace client’ met de bijbehorende verschrikking van gebruikersnamen en wachtwoorden. Ik heb er een stuk of dertig bij inmiddels. We hadden alleen nog geen internet, maar met een hotspot en 3G op ons mobieltje lukte dat redelijk. 

 

Wat ons wel opvalt: Fransen zijn dol op grote formulieren met een heleboel verschillende lettertypen en kleuren en aankruisvakken en invulruimtes. Formulieren die je eerst een aantal keren door moet spitten om de logica van die hysterische typografie te doorgronden. Ze houden ook van dubbele invoer; dus én digitaal én ouderwets met de hand. Of gewoon dubbel digitaal omdat ze iets niet ontvangen hebben. Dit was aan de hand bij de inschrijving voor Gites de France, de inschrijving voor de cursus Chambres d’hotes-houder, de inschrijving voor de Kamer van Koophandel, de aanvraag voor water, en nog zo wat dingen die ik verdrongen heb.

 

Wat ons ook opvalt: Fransen houden van dossiers. Ons gemeentehuis is een piepklein lokaaltje met een groot bureau met stapels papieren en een kopieerapparaat. Twee keer per week is het open. Toen we de aanvraag voor het zwembad indienden werden we gewaarschuwd dat dit toch wel een erg summier dossiertje was. We moesten er toch wat meer informatie bij doen. Je moet dus exact weten wat voor zwembad je wilt laten bouwen, voordat je een aanvraag doet. De afmetingen, de diepte, de locatie, de kleur, de manier van beveiliging, alles, alles. Toen we Google Earth foto’s hadden uitgeprint en kadastrale tekeningen, schetsen hadden gemaakt van boven- en zij-aanzicht, pagina’s uit een brochure geknipt en een uitgebreide omschrijving hadden geformuleerd, toen was men content op de “Mairie”. Dat was pas een dossier. Daar houden ze van.

 

En nu blijkt toch: Fransen houden van handgeschreven papieren. Het regelen van een nieuwe septic tank moest ook worden voorafgegaan door een aanvraag bij de Mairie. Eigenlijk moet je voor alles eerst even langs de Mairie. Onze buurman, de oude eigenaar, stapt daarvoor in de auto. Wij kunnen dat meestal niet, omdat we vooralsnog 11 uur verderop wonen, maar we vinden het sowieso makkelijker via een website. Die werkt helaas niet. Maar mailen kon wel en in mailen ben ik keigoed geworden. Net even langer de tijd om een woord op te zoeken en een zin te construeren en hoppa, verzenden en op naar de volgende klus. Maar daar houden ze bij de Mairie niet van. De aanvraag voor de septic tank kon niet op deze manier (een prachtige PDF) ingeleverd worden. Dat moest per post, of even langs brengen. Het moest wel het “originele” dossier zijn. Ik snap het verschil niet tussen een op de computer bewerkt formulier en eentje die met de hand is ingevuld. Maar ik heb natuurlijk braaf weer alles opnieuw gedaan, postzegels gehaald en de brief gepost. 

 

Wat ons tevens opvalt: Fransen houden van kastjes en muurtjes. De volgende uitdaging is namelijk het verkrijgen van telefoon en internet. We wonen in een gehucht met vier huizen en wij zijn “erbij gekomen” want de oude eigenaar heeft een huis betrokken naast ons dat eerst niet bewoond was. Gevolg is dat wij superblij uit de boutique in Toulouse van Orange (de Franse KPN) kwamen met een Livebox voor telefoon en internet en een aantal data met afspraken voor een monteur. Maar de afspraken werden één voor één per SMS geannuleerd zonder opgaaf van reden. Volgens een mannetje, dat tijdens onze afwezigheid het één en ander nagelopen heeft, zijn de lijnen “op”. Ik hoef niet zo nodig een vaste telefoon, maar zonder lijn geen internet, zonder internet geen Wifi en zonder Wifi geen gasten, ben ik bang. 

 

Ik heb dus net, heel laf, de Engelse customer service van Orange gebeld, en twee van de drie personen daar zeggen dat we vanaf 25 april nieuwe afspraken kunnen maken want dan is er “iets gefixt”. Het zal mij benieuwen, want buurman is zeker drie maanden van elke connectie met de buitenwereld verstoken geweest dankzij de mannetjes van Orange. 

 

We kunnen het natuurlijk ook juist op die manier in de markt zetten: “Wifi-loos deconnecten van het drukke leven, dat kan bij Pech Blanc”. Voorlopig lukt dat prima met een simpel hot-spotje in de rechterhelft van het huis. De linkerhelft heeft namelijk helemaal geen ontvangst. We gaan het meemaken. Formuliertjes, dossiers, kasten en muren, het komt eigenlijk overal voor en het moet nu toch bijna klaar zijn.

 

 

Het Perfecte Bed

Het Perfecte Bed

Het Perfecte Bed

Dit is een heel spannend jaar voor ons, maar vooralsnog leven we in een soort vacuüm, een stilte voor de storm. Zolang het huis nog niet verkocht is kunnen we niks; niet de B&B kopen in Frankrijk die we zo graag overnemen, niks zoeken voor de tussentijd in Nederland, niks regelen. Het is wachten en plannetjes maken. Ook leuk hoor, maar mijn handen jeuken om concrete stappen te zetten.

We moeten daar bijvoorbeeld vijf B&B kamers opnieuw inrichten, waarbij de bedden natuurlijk het belangrijkst zijn. En de grootste uitgave. Dus het moet meteen goed zijn, want vijf bedden vervangen na slechte recensies is natuurlijk een ‘“cauchemar” (= nachtmerrie, ik leer Frans) van jewelste als verse ondernemer over de grens. Gelukkig heb ik inmiddels in tien jaar tijd zo’n vierduizend gasten over de vloer gehad hier, en nooit klachten gehad. Iemand schreef zelfs in een recensie: “Het bed was zo lekker dat mijn vrouw het mee naar huis wilde nemen.” Het is een boxspring met een pocketvering matras en daarop nog een topdek matras. De onderste matras is behoorlijk stevig, en die “topper” zorgt dan voor wat zachtheid.

Toch was er eens een gast die er niet over te spreken was. Hij had het bloedheet in bed en hij was er van overtuigd dat dat door dat topdek matras kwam. “Dat ventileert niet, dat ding moet er af”. Ik heb dat gedaan en toen sliep hij als een roos.

Dat het stevige matrassen moeten zijn, dat is me wel duidelijk. Als je jong bent kom je nog wel weg met een zacht matrasje, maar ik heb aan den lijve ondervonden hoe het fout gaat als je daar te lang op blijft slapen. Ons riante, peperdure bed -van twee bij twee- vonden we aan het begin van ons huwelijk heerlijk, met z’n “softe” matrassen. Maar later ontdekten we dat dit helemaal niet goed meer voor ons was. Nekpijn, koppijn middenin de nacht, rugpijn, allemaal ellende, die als sneeuw voor de zon verdween toen we drie weken op een keihard bedje op een Franse camping doorbrachten.

Gelijk daarna hebben we twee perfecte matrassen aangeschaft met het label “firm”. We zijn bijna 50 plus en daar moeten we maar mee dealen. “Firm” viel trouwens een beetje tegen de eerste nachten, dat voelde echt knetterhard, maar nu is het zalig. En zo’n topdek matras hadden we vroeger ook, maar is nu nergens meer voor nodig.

Aangezien onze gasten in Frankrijk straks waarschijnlijk ook van middelbare leeftijd zijn, weten we wat ons te doen staat. Maar ja, nog even wachten.